Het leerpotentieel op de werkvloer in kaart brengen

05-04-2018

Niet elke organisatie is positief over informeel leren. Er wordt dan over gesproken in termen als ‘ongepland, ongestructureerd, impliciet, onbewust en als resultaat van interactie tussen personen’, terwijl het eigenlijk een proces is dat continu plaatsvindt. Vaak staan werknemers en werkgevers daar niet zo bij stil, omdat het grotendeels onbewust gebeurt en in een context waarbij leren niet het (primaire) doel is, zoals het dagelijkse werk.

Mate van informeel leren

Hoe kan de werkgever er nu achter komen in hoeverre informeel leren plaatsvindt binnen de organisatie? Dit kan door het zogenoemde LeerPotentieel van de Werkplek (LPW) te meten. Daarmee bekijkt de werkgever in hoeverre de volgende vier vormen van leren op de werkplek plaatsvinden:

  • Leren door reflectie: afstand nemen en nadenken over een probleem. Voorbeeld: een werknemer krijgt tijdens zijn werkzaamheden de ruimte om te bedenken hoe hij zijn taken efficiënter kan uitvoeren.
  • Leren door experimenteren: leren door te doen en zelf dingen uit te proberen. Voorbeeld: een werknemer krijgt de ruimte om andere werkmethoden uit te proberen.
  • Leren van collega’s: een collega die iets voordoet of uitlegt, of een werkoverleg. Voorbeeld: werknemers geven een collega raad als hij niet goed weet hoe hij een taak moet aanpakken of uitvoeren.
  • Leren van de leidinggevende: feedback, antwoorden op vragen. Voorbeeld: de direct leidinggevende zorgt ervoor dat een werknemer kan leren van de fouten die hij heeft gemaakt.

Bewustzijn vergroten

Informeel leren komt in elke organisatie wel voor. Dit wil niet zeggen dat formeel leren dan niet meer nodig is. De leereffecten van zowel formeel als informeel leren versterken elkaar namelijk. Het is dus het meest efficiënt om het formele leren in de organisatie te handhaven en tegelijkertijd het bewustzijn van en de nadruk op informeel leren te vergroten.