Financiële tegemoetkomingen voor scholing

25-08-2022

Scholing komt de werknemer zelf ten goede, maar het is ook in het belang van de werkgever. In principe moeten werkgevers de scholing van werknemers financieren. Ze hoeven hier echter niet (al te veel) kosten voor te maken. De overheid heeft allerlei (subsidie)regelingen in het leven geroepen ter dekking van de scholingskosten.

(Subsidie)regelingen

Werkgevers kunnen in aanmerking komen voor verschillende (subsidie)regelingen voor het scholen van werknemers. Enkele voorbeelden zijn:

  • De Subsidieregeling praktijkleren (aan te vragen via RVO.nl) voor de begeleiding van een leerling, student, promovendus of technologisch ontwerper in opleiding.
  • De Stimuleringsregeling Leren en ontwikkelen in het mkb (SLIM-regeling) voor onder meer het krijgen van loopbaanadviezen voor werknemers, of om hun vaardigheden up-to-date te houden. De subsidieaanvraag moet vóór de start van het initiatief bij Uitvoering van Beleid SZW binnen zijn.
  • Een gerichte vrijstelling voor vergoedingen en verstrekkingen. Deze is bedoeld voor het onderhouden en verbeteren van kennis en vaardigheden die werknemers nodig hebben voor hun werk. Door de vergoeding of verstrekking als eindheffingsloon aan te wijzen, zijn deze vergoedingen en verstrekkingen onbelast voor de loonheffingen. De organisatie bespaart zich dan de werkgeverslasten hierover, zonder dat dit ten koste gaat van de vrije ruimte.
  • Subsidie voor de scholing van laaggeletterde werknemers via Tel mee met Taal.
  • De Subsidieregeling omscholing naar kansrijke beroepen in de ICT en techniek. Werkgevers kunnen via RVO.nl aanspraak maken op een financiële ondersteuning van € 3.750 per omscholing.
  • Opleidings- en ontwikkelingsfondsen (O&O-fondsen) in bepaalde branches. Zulke scholingsfondsen of sectorfondsen kunnen financieel bijdragen aan de scholing van werknemers, en bieden soms zelf cursussen aan die werknemers kunnen volgen. De loopbaanadviseurs van een O&O-fonds kunnen organisaties ook helpen bij scholings- en opleidingstrajecten voor hun werknemers.


Scholingsvoorzieningen voor werknemers

Als een organisatie haar werknemers geen scholing kan bieden, kunnen de werknemers zelf gebruik maken van de volgende regelingen:

  • Werknemers kunnen hun eventuele individueel keuzebudget (IKB) of persoonlijk keuzebudget (PKB) inzetten voor scholing.
  • Werknemers die uit dienst treden, kunnen de transitievergoeding die zij bij hun vertrek ontvangen, gebruiken voor scholing voor de overgang naar een andere baan.
  • Werkzoekenden kunnen onder voorwaarden via UWV subsidie krijgen voor opleidingen richting zogenoemde ‘krapteberoepen’: beroepen waar veel vraag naar is.
  • Een jaarlijks opleidingsbudget op basis van de eventueel van toepassing zijnde cao. Als de werknemer een opleiding wil volgen, spreekt de organisatie dit budget aan. Volgt de werknemer geen scholing, dan is er geen recht op uitbetaling van het budget.
  • Het nieuwe STAP-budget (STimulans ArbeidsmarktPositie) van maximaal € 1.000 voor zowel werkenden als niet-werkenden.
  • Een lening van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) op grond van het levenlanglerenkrediet. Hiervan kan de werknemer het college- of lesgeld betalen van de gewenste scholing.