Wat moet een vertrouwenspersoon kunnen?

10-03-2022

Een slachtoffer van ongewenst gedrag, zoals pesten, discriminatie of seksuele intimidatie, vindt het vaak lastig om dit te bespreken, en dat kan stressklachten bij die persoon veroorzaken. Een  vertrouwenspersoon kan de slachtoffer adviseren over welke stappen hij of zij kan nemen. Voor het takenpakket van de vertrouwenspersoon bestaan geen wettelijke regels, maar er is wel een richtlijn.

Rol van de vertrouwenspersoon

Een werknemer die met opgekropte emoties blijft rondlopen, gaat op een gegeven moment minder goed presteren, neemt afstand van zijn werk, wordt ziek of gaat op zoek naar een nieuwe baan. De aanwezigheid van een vertrouwenspersoon moet een bedrijfscultuur bevorderen waarin werknemers zich veilig voelen, en daardoor minder verzuimen en niet opstappen. Het inzetten van een vertrouwenspersoon kan ook schadevergoedingen voorkomen. Bovendien voldoet de organisatie dan aan de plicht uit de Arbowet om beleid te voeren tegen psychosociale arbeidsbelasting (PSA).

Het takenpakket

Werkgevers zijn (nog) niet verplicht om een vertrouwenspersoon aan te stellen. Het wetsvoorstel dat iedere werknemer een wettelijk recht geeft op toegang tot een vertrouwenspersoon kan hier wel verandering in brengen. Vooralsnog kan een organisatie de functie van een vertrouwenspersoon zelf vormgeven. Er zijn wel een aantal taken die volgens de Landelijke Vereniging van Vertrouwenspersonen (LVV) standaard tot het werk van de vertrouwenspersoon horen:

  • opvang en begeleiding van werknemers die te maken hebben (gehad) met agressie of geweld, pesten, discriminatie of seksuele intimidatie;
  • voorlichting geven aan (nieuwe) werknemers en leidinggevenden over de rol van de vertrouwenspersoon;
  • advies geven aan het management over de aanpak van en preventie bij ongewenst gedrag.


Kennis en vaardigheden

Om zijn werk goed te kunnen doen, heeft de vertrouwenspersoon een aantal competenties nodig. Ook hiervoor geeft de LVV richtlijnen (zie ook de gedragscode op de site van de LVV). De  vertrouwenspersoon moet beschikken over onder meer:

  • integriteit: de vertrouwenspersoon heeft geheimhoudingsplicht en moet dus in staat zijn om gevoelige en persoonlijke informatie vertrouwelijk te houden;
  • goede communicatieve vaardigheden en adviesvaardigheden;
  • analytisch vermogen: de vertrouwenspersoon moet problemen kunnen signaleren, verbanden kunnen zien en gegronde conclusies kunnen trekken;
  • inlevingsvermogen, empathisch zijn en goed kunnen luisteren.

Het is belangrijk dat de vertrouwenspersoon (zowel intern als extern) goed is opgeleid. Uiteraard is in de opleiding aandacht voor theorie, maar minstens zo belangrijk is dat de vertrouwenspersoon kan oefenen in gespreksvoering. Bij het uitkiezen van een opleiding is het verstandig om na te gaan of de opleider geaccrediteerd is. De LVV bewaakt de kwaliteit van de beroepsuitoefening. Vanuit die rol heeft zij een certificeringssysteem opgezet.