Wijs personeel op het nieuwe STAP-budget

13-01-2022

De snelle veranderingen in de wereld én op de arbeidsmarkt benadrukken het belang van een leven lang leren en ontwikkelen. Hiervoor kan een leer- en ontwikkelbudget nuttig zijn. Daarom introduceert de overheid dit jaar de subsidieregeling Stimulering van de Arbeidsmarktpositie (STAP). De STAP is een individueel leer- en ontwikkelbudget voor vrijwel iedereen op de arbeidsmarkt.

Voor bijna iedereen

Vanaf 1 maart 2022 tot 2027 kunnen zowel werkenden als werkzoekenden een STAP-budget van maximaal € 1.000 bij UWV-aanvragen voor scholing en ontwikkeling. Met het geld uit het STAP-budget zijn verschillende opleidingen, trainingen of cursussen te volgen. Een groot deel van de scholingskosten is subsidiabel. Denk aan lesgeld, examengeld en verplichte leermiddelen. Iedereen op de Nederlandse arbeidsmarkt die voldoet aan de volgende voorwaarden kan het STAP-budget aanvragen:

  • De aanvrager is 18 jaar of ouder, maar heeft nog niet de pensioengerechtigde leeftijd bereikt.
  • De aanvrager is ten tijde van de aanvraag burger van de Europese Unie (EU) of een familielid van een EU-burger, zoals bedoeld in Richtlijn 2004/38/EG.
  • De aanvrager is in een periode van twee jaar vóór de aanvraag gedurende drie tot zes maanden verzekerd geweest voor de volksverzekeringen.

De subsidie is uitgesloten voor mensen die jonger zijn dan 30 jaar én die voor de scholing studiefinanciering kunnen ontvangen. Ook als iemand al via een andere regeling geld ontvangt voor de subsidiabele kosten, of voor deze kosten een bijdrage van een derde krijgt, bestaat er geen recht op de subsidie. Het is voor werknemers wel mogelijk om scholingskosten deels te betalen met het STAP-budget en deels met een bijdrage van de werkgever.

Op tijd aanvragen

Bij de STAP dient iemand vóór aanvang van zijn scholing een aanvraag in bij UWV. De aanvraag verloopt volledig online. Binnen vier weken na de aanvraag beslist UWV over de subsidieverlening. Vervolgens betaalt UWV een voorschot van 100% aan de opleider. De aanvrager hoeft dus niet zelf het bedrag voor te schieten. Een eigen bijdrage is evenmin vereist, zolang de scholingskosten niet boven de € 1.000 uitkomen. Na afronding van de scholingsactiviteit volgt de subsidievaststelling. Wat afronding precies inhoudt, verschilt per scholingsactiviteit. Het kan bijvoorbeeld gaan om een diploma, certificaat of een aanwezigheidspercentage van 80%.