Niet meer verplicht naar kantoor

04-11-2021

Uit een peiling van FNV blijkt dat slechts 10% van de werknemers weer fulltime op kantoor wil werken. Ruim 70% wil het liefst deels op kantoor en deels vanuit huis werken, en 20% wil alleen nog maar thuiswerken. Werknemers willen dus naar een hybride werkvorm die flexibel werken mogelijk maakt. Flexibel werken staat momenteel zelfs in de top 5 van arbeidsvoorwaarden.

Thuis of dichter bij huis werken

Veel werknemers die het afgelopen jaar hebben thuisgewerkt, willen niet meer vijf dagen per week naar kantoor. Dat wordt keer op keer bevestigd door verschillende onderzoeken. Werknemers geven de voorkeur aan een hybride vorm van werken, waarbij ze deels thuis en deels op een andere locatie werken. Dat hoeft niet per se een thuiswerkplek te zijn. In plaats van een centrale vestigingsplaats in een stedelijk gebied, kiezen steeds meer organisaties voor een ‘hub-and-spoke’-model. Deze spokes (vaak buiten stedelijk gebied), kunnen een thuiswerkplek zijn of een flexplek in een verzamelgebouw. De hoofdvestiging (de hub) is er vooral voor het faciliteren van ruimte voor fysiek contact en samenwerking.

Populaire arbeidsvoorwaarde

‘Flexibel werken’ en ‘flexibele arbeidstijden’ staan ineens in de top 5 van populairste arbeidsvoorwaarden. Werknemers vinden dit kennelijk heel belangrijk. Een hybride werkvorm biedt meer mogelijkheden voor een goede werk-privébalans: het scheelt reistijd en maakt het combineren van zorgtaken en werk een stuk makkelijker. Sommige werknemers zijn zelfs bereid om op zoek te gaan naar een andere baan als hun werkgever terug wil naar een volledige werkweek op kantoor.

Afspraken over hybride werken

Werknemers hebben echter geen wettelijk recht om thuis te werken. Wel kan een werknemer op basis van de Wet flexibel werken een verzoek indienen om thuis te mogen werken. Op dit moment ligt er een wetsvoorstel bij de Tweede Kamer dat ervoor moet zorgen dat de werkgever het verzoek van de werknemer in principe moet accepteren, tenzij er sprake is van zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen om dit niet te doen. Dit betekent dat werkgevers meer moeten loslaten en werkvormen moeten gaan afstemmen op individuele werknemers en hun situaties. Begin daarom alvast met het inventariseren van:

  • het aantal dagen dat een werknemer naar kantoor komt, en welke dagen dat zijn;
  • welke werkzaamheden en taken op kantoor worden uitgevoerd en welke thuis? Denk aan individueel werken of in teamverband, vergaderen en klantgesprekken voeren.

De makkelijkste manier om dit te inventariseren, is door het afnemen van een enquête. Het kan ook helpen om een ‘werkgroep hybride werken’ in te stellen en die verantwoordelijk te maken voor het verzamelen van de informatie. Op basis van de antwoorden kan het kantoor ingericht worden, waarbij de ruimtes worden afgestemd op de activiteiten.