Stevige impuls voor scholing

01-10-2020

Stevige impuls voor scholing

Het kabinet wil een leven lang leren stimuleren. Dat blijkt uit de recente Rijksbegroting SZW. Hiervoor worden meerdere maatregelen genomen. Zo gaat de gerichte vrijstelling voor vergoedingen en verstrekkingen van scholing vanaf volgend jaar ook gelden voor ex-werknemers.

Ook gerichte scholingsvrijstelling voor ex-werknemers

De Wet op de loonbelasting 1964 kent een gerichte vrijstelling voor studiekosten. Organisaties kunnen hierdoor scholing onbelast laten als die aan bepaalde voorwaarden voldoet. Bij deze gerichte vrijstelling is uw organisatie geen loonheffingen verschuldigd over de scholingskosten. Deze vrijstelling is momenteel doorgaans niet te gebruiken voor ex-werknemers; het gaat om vergoedingen en verstrekkingen uit tegenwoordige arbeid. Omdat scholing door de huidige crisis alleen maar belangrijker wordt, gaat de gerichte vrijstelling vanaf 2021 ook gelden bij vergoedingen en verstrekkingen voor scholing die voortvloeit uit vroegere arbeid. Deze maatregel is opgenomen in het Belastingplan 2021.

Opleiding om inkomen te verwerven

De verruiming van de gerichte vrijstelling geldt alleen voor vergoedingen en verstrekkingen voor het volgen van een opleiding of studie om inkomen te verwerven. De verruiming is niet bedoeld voor vergoedingen en verstrekkingen voor onderhoud en verbetering van kennis en vaardigheden voor de dienstbetrekking. Dit betekent dat ook vergoedingen en verstrekkingen aan werknemers van wie afscheid is of wordt genomen, onder de gerichte vrijstelling voor een opleiding of studie vallen. Denk aan vergoedingen voor scholingskosten als onderdeel van een sociaal plan en scholingsbudgetten die pas na de dienstbetrekking worden opgenomen.

De Belastingdienst beoordeelt in 2021 overigens op dezelfde manier als altijd of er sprake is van een opleiding die wordt gevolgd ‘met het oog op het verwerven van inkomen uit werk en woning’. Het kabinet hoopt met de verruiming van de regeling werkgevers en werknemers te stimuleren om bij de beëindiging van een dienstverband in te zetten op het volgen van scholing.