Contracting, uitzending en payrolling: zoek de verschillen!

20-02-2020

Werkgevers kunnen gebruikmaken van verschillende arbeidsconstructies met externe partijen, zoals contracting, uitzending en payrolling. Een nieuwe handreiking van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) verduidelijkt het verschil tussen deze constructies. Het maken van een onderscheid is belangrijk omdat er voor de constructies verschillende regels gelden, bijvoorbeeld op het gebied van beloning.

Veel discussie omtrent contracting

Van welke arbeidsconstructie sprake is, hangt af van specifieke omstandigheden. Het ministerie van SZW heeft een lijst gemaakt met indicatoren die een rol kunnen spelen bij het bepalen van het type constructie. Bijvoorbeeld: bij contracting besteedt een opdrachtgever werkzaamheden of -processen uit aan een andere organisatie. Deze opdrachtnemer zet voor de activiteiten zijn eigen personeel in. Hij bepaalt zelf hoeveel en welke werknemers hij inzet. Ook heeft de opdrachtnemer de leiding over en toezicht op het werk. Contracting is juridisch gezien aanneming van werk of een overeenkomst van opdracht. Werknemersorganisaties maken zich al langere tijd zorgen over constructies met contracting. Deze constructie wordt namelijk vaak ingezet bij het werken met arbeidsmigranten en kan tot ontduiking van cao’s leiden.

Payrollbureau werft niet zelf een arbeidskracht

Bij het ter beschikking stellen van personeel laat een werkgever tegen betaling een werknemer werken voor een andere organisatie: de inlener. Deze inlener heeft de leiding over en toezicht op het werk. Bij payrolling werft de inlener zelf de arbeidskracht. Deze wordt exclusief aan hem ter beschikking gesteld door de payroller. Door de WAB is er ook een duidelijk wettelijk verschil tussen uitzending en payrolling. Zo kunnen payrollbedrijven sinds 1 januari 2020 niet meer gebruikmaken van de ruimere ketenbepaling die geldt voor uitzendbureaus. Dit houdt in dat ze een payrollwerknemer maximaal zes (in plaats van drie) tijdelijke contracten konden geven binnen een periode van maximaal vier (in plaats van twee) jaar voordat hij recht heeft op een vast contract. Daarnaast hebben payrollwerknemers nu recht op dezelfde arbeidsvoorwaarden als werknemers die in een gelijke of vergelijkbare functie bij de werkgever in dienst zijn. Ook moeten payrollbedrijven een adequate pensioenvoorziening aan payrollwerknemers bieden.