Leerdoelen motiveren werknemer om werkprocessen te verbeteren

26-10-2017

Leer- en prestatiedoelen zijn voor werknemers belangrijke redenen om met hun leidinggevenden in gesprek te gaan om zaken op het werk te veranderen of te verbeteren. Hoe duidelijker deze doelen, hoe sterker de motivatie bij werknemers om problemen op te sporen, aan te kaarten en op te lossen. Uit onderzoek van Rijksuniversiteit Groningen blijkt dat bij deze vorm van bottom-up beïnvloeding de status van de werknemer binnen de organisatie ook een rol speelt.

Motivatie om problemen aan te kaarten

Leerdoelen versterken de intrinsieke interesse van de werknemer om knelpunten op de werkvloer te benoemen en oplossingen hiervoor te bespreken met zijn leidinggevende. Dit wordt versterkt door de prestatiedoelen, omdat een werknemer met zijn probleemsignalering en -oplossing zijn bekwaamheid kan demonstreren. Dat blijkt uit onderzoek waarvoor Nederlandse hotelmedewerkers en Zuid-Koreaanse R&D-medewerkers werd gevraagd naar hun motivatie om problemen aan te kaarten bij hun leidinggevende. Hieruit kwam naar voren dat die motivatie samenhing met hun leer- en prestatiedoelen. Bij leerdoelen gaat het om het verbeteren van prestaties en om de ontwikkeling van bekwaamheid. Bij prestatiedoelen gaat het om het demonstreren van competenties.

Status op werk speelt mee

De motivatie om mee te werken aan de verbetering van het werkproces is het sterkst bij werknemers met leer- én prestatiedoelen. Er is wel een kanttekening: werknemers die beide doelen nastreven, maar een lage status genieten (weinig aanzien op het werk), zullen toch niet de motivatie voelen om met een leidinggevende in gesprek te gaan om fouten of problemen aan te kaarten. In dat geval moet een leidinggevende een sfeer creëren die uitnodigt om kritisch te zijn, maar de (gemotiveerde) werknemers ook zelf uitnodigen om werkprocessen te bespreken.