Houd de ontwikkelkoers in de gaten met evaluatiegesprekken

12-07-2018

Het persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) is een plan dat de werknemer zelf moet uitvoeren. Toch is het goed mogelijk dat hij voor bepaalde hulpmiddelen of acties afhankelijk is van de organisatie en van zijn leidinggevende. Daarom is voortdurende begeleiding van de werknemer noodzakelijk om tot het gewenste resultaat te komen. Dit betekent dat de leidinggevende in de gaten houdt of het goed gaat, de werknemer motiveert en duidelijk maakt dat hij beschikbaar is voor advies of hulp.

Is bijsturen nodig?

Bij de voortdurende begeleiding is het belangrijk om regelmatig voortgangsgesprekken te voeren, die bedoeld zijn om te kijken hoe het traject verloopt en of er bijgestuurd moet worden. Hierbij kunnen de volgende vragen gesteld worden:

  • Kan de werknemer uit de voeten met de acties die hij heeft gepland?
  • Zijn de hulpmiddelen en steun die hij vraagt passend en helpen ze hem voldoende verder?
  • Is het tijdspad realistisch?
  • Lijken de deeldoelen en het einddoel nog haalbaar?

Op basis van deze vragen en antwoorden kijkt de leidinggevende samen met de werknemer of het nodig is om bij te sturen. Hij kan bijvoorbeeld kiezen voor andere hulpmiddelen of acties, nieuwe afspraken maken over de begeleiding of de budgetten en tijdsplanning heroverwegen.

Gesprekken van tevoren inplannen

POP-gesprekken kunnen het beste vooraf ingepland worden. De leidinggevende neemt de data of termijnen op in het POP zelf. Maar heeft hij of de werknemer tussen twee geplande gesprekken het idee dat het traject niet goed verloopt, dan is het zaak om direct een tussentijdse bespreking in te plannen en niet te wachten tot het volgende gesprek. Hoe langer het duurt voordat er wordt bijgestuurd, hoe moeilijker dit wordt.