Subsidie voor aanpak laaggeletterdheid

01-07-2021

Nederland kent maar liefst 2,5 miljoen laaggeletterden van 16 jaar en ouder: mensen die moeite hebben met lezen, schrijven, rekenen en/of digitale vaardigheden. Dit is een probleem dat ernstig wordt onderschat. Het actieprogramma Tel mee met Taal van de overheid biedt werkgevers tot 2024 subsidie voor de aanpak van laaggeletterdheid. Investeren in basisvaardigheden op de werkvloer heeft immers ook voordelen voor werkgevers.

Wat is laaggeletterdheid?

Laaggeletterdheid houdt in dat iemand moeite heeft met lezen, schrijven, rekenen en/of digitale vaardigheden. Er is sprake van een niveau dat onvoldoende is als de taalvaardigheid onder 2F (eindniveau vmbo) zit. Het kan ook zijn dat iemand een hoge taalvaardigheid heeft, maar digitaal niet vaardig genoeg is om bijvoorbeeld online formulieren in te vullen.

Uit cijfers van de Stichting Lezen en Schrijven blijkt dat laaggeletterdheid veel voorkomt in de volgende branches: de bouw, schoonmaak, productie, land- en tuinbouw en horeca. Maar ondanks het beeld dat soms wordt geschetst, is de doelgroep zeer divers. Van 65-plussers tot jonge ouders, en van ondernemers met personeel in dienst tot mensen zonder baan. Het gaat zowel om mensen die in Nederland zijn geboren en hier naar school zijn geweest als om mensen die op latere leeftijd naar Nederland zijn gekomen.

Investeren in basisvaardigheden

Investeren in basisvaardigheden op de werkvloer heeft niet alleen voordelen voor de werknemer zelf, maar ook voor de werkgever. Zo merken veel werkgevers die geïnvesteerd hebben in een taalcursus de volgende positieve resultaten:

  • De werknemers communiceren efficiënter en effectiever.
  • De werknemers voelen zich meer betrokken bij de organisatie.
  • Er worden minder fouten gemaakt.  
  • Werkstress én ziekteverzuim gaan omlaag.
  • De werknemers krijgen vaak meer zelfvertrouwen en kunnen zelfstandiger werken.

Subsidie aanvragen

Vanuit het actieprogramma Tel mee met Taal worden tot 2024 jaarlijks subsidies toegekend voor activiteiten die zijn gericht op het voorkomen en verminderen van laaggeletterdheid. Voor laaggeletterde werknemers is in 2021 in totaal € 8,8 miljoen (eenmalig € 6 miljoen extra) beschikbaar. De subsidie bedraagt maximaal € 125.000 per aanvraag en er is sprake van een eigen bijdrage van minimaal 33%. De overheid vergoedt dus 67%. Het maximumbedrag per cursist is € 1.500.

Bij de beoordeling van de aanvraag kijkt de Dienst Uitvoering Subsidies aan instellingen (DUS-i) of de scholing leidt tot een betere taalvaardigheid, rekenvaardigheid en/of betere digitale vaardigheden van de werknemer. Het maakt niet uit of de werknemer Nederlands als moedertaal heeft, of dat het gaat om een (arbeids)migrant. Bovendien is de subsidie te gebruiken voor één of meerdere opleidingstrajecten, zolang de werkgever de subsidie alleen inzet voor werknemers met een taalniveau lager dan het referentieniveau 2F. Daarnaast moet de werkgever binnen drie maanden na afronding van de activiteiten een evaluatie indienen bij DUS-i. Deze evaluatie is verplicht en heeft als doel inzicht te krijgen in de geleerde lessen.