Scholing inzetten bij disfunctioneren

22-04-2021

Als een werknemer disfunctioneert, kan de werkgever hem niet zomaar ontslaan. Hij moet de werknemer een redelijke kans geven om zijn functioneren te verbeteren. Is er geen sprake van wangedrag of verwijtbaar handelen, dan moet de werkgever de werknemer met een verbetertraject helpen om aan zijn functioneren te werken, bijvoorbeeld met begeleiding, coaching of (bij)scholing.

Disfunctioneren

In het algemeen geldt dat een werknemer disfunctioneert als hij door onkunde of onmacht zijn taken niet naar behoren vervult. Het kan ook zijn dat hij niet de prestaties levert die zijn werkgever op grond van de functieomschrijving van hem verwacht. Er kunnen allerlei oorzaken en omstandigheden zijn waardoor een werknemer (tijdelijk) onder de maat presteert. Enkele voorbeelden:

  • De werknemer kan het werk niet aan omdat het niveau te hoog ligt.
  • De werknemer kan de ontwikkelingen in de organisatie niet bijbenen.
  • De werknemer maakt fouten door problemen in zijn privéleven, of als gevolg van werkstress.
  • De werknemer voldoet op papier aan de functie-eisen (op grond van achtergrond, opleiding en werkervaring), maar functioneert toch niet goed als gevolg van zijn werkhouding, gedrag of karakter.


Jong en onervaren

Het is op grond van de wet niet mogelijk om een arbeidsovereenkomst te laten ontbinden als het disfunctioneren het gevolg is van onvoldoende scholing door de werkgever. Bij het aannemen van een jonge of onervaren kracht is die werknemer meestal nog niet ‘vakvolwassen’. Zo’n werknemer moet nu eenmaal nog veel leren. Vaak merkt de werkgever tijdens de proeftijd of het eerste contract wel of de werknemer in staat is om aan de functie-eisen te voldoen. Maar er hoeft dan niet meteen sprake te zijn van disfunctioneren. Soms heeft de nieuwkomer gewoon wat meer tijd nodig om zich bepaalde zaken eigen te maken. Het is in ieder geval belangrijk om kritiek op het functioneren te bespreken en vast te leggen, bijvoorbeeld tijdens voortgangs-, functionerings- en beoordelingsgesprekken. De werknemer moet dus weten aan welke punten hij nog moet werken en een reële kans krijgen om zijn functioneren te verbeteren.

Geef ruimte voor verbetering

Als een werknemer jong of onervaren is, wordt er op het gebied van begeleiding nog meer van de werkgever verwacht. Vindt een werkgever dat er sprake is van disfunctioneren bij een werknemer die nog volop in een leer- of ontwikkelingsfase zit? Dan moet hij aannemelijk maken dat hij de werknemer alle ruimte heeft gegeven om het vak te leren en aan verbeterpunten te werken. Denk hierbij aan intensieve begeleiding door een ervaren medewerker, bijscholing of coaching. Daarnaast moet de werknemer een redelijke termijn krijgen om zich het vak eigen te maken.