Kritisch zijn op de onderdelen van een opleidingsbeleid

23-11-2017

Bij het opstellen van een opleidingsbeleid geldt vaak de zogenoemde 70/20/10-regel als vuistregel. Dit geeft de verdeling aan van de manier waarop de gemiddelde werknemer leert. Toch is het niet verstandig om blind te vertrouwen op deze regel. Belangrijker is om kritisch te kijken naar wat werknemers nodig hebben.

Aandeel van opleidingen

De 70/20/10-regel veronderstelt dat werknemers op de volgende manier leren. Ze leren:

  • 70% door ervaringen tijdens het werk (informeel);
  • 20% via feedback;
  • 10% tijdens trainingen en cursussen (formeel).

Sommige (HR-)managers trekken hieruit de conclusie dat geen tot een klein opleidingsbudget nodig is, omdat werknemers vooral leren op de werkvloer (70%) en via feedback (20%). Toch gelden daar twee belangrijke kanttekeningen. In eerste plaats omdat een vuistregel geen wet is van meden en perzen, maar alleen richtinggevend is. Zo verschilt de verdeling van het leren per functie. Een fabrieksmedewerker leert tenslotte meer op de werkvloer dan een consultant, die juist meer op training moet om zijn vaardigheden en kennis te onderhouden. In de tweede plaats geldt dat werknemers niet altijd alles op de werkvloer kunnen leren, maar een training nodig hebben om bepaalde (nieuwe) kennis te vergaren of vaardigheden aan te leren. Het volgen van een training heeft dan een belangrijke aanvullende waarde ten opzichte van het leren op de werkvloer.

Discipline nodig

Wat werknemers willen of moeten leren om bij te blijven, is dus (ook) een belangrijk aspect bij het opstellen van een opleidingsbeleid. Hetzelfde geldt voor de keuze van een opleidingsvorm. Niet iedereen is gebaat bij leren in groepsverband en niet iedereen kan vanwege de aard van het werk naar lesbijeenkomsten gaan. Ook de mate van zelfdiscipline is een belangrijke factor bij het kiezen van een opleidingsvorm: een zelfstudie vereist meer zelfdiscipline dan een klassikale lesvorm waar meer toezicht en controle is. Zulke aspecten zijn ook van belang bij het opstellen van een opleidingsbeleid.