Kennis van werknemers in kaart brengen

09-11-2017

Werknemers hebben tijdens een opleiding de benodigde kennis en vaardigheden opgedaan voor hun huidige functie, maar ze hebben gedurende hun carrière net zo veel geleerd in de praktijk. Toch kan dit minder zwaar wegen, omdat er geen papiertje is dat die opgedane kennis en vaardigheden onderstreept. De werkgever kan via een ervaringsprofiel (EVP) of ervaringscertificaat (EVC) nauwkeurig in kaart brengen welke kennis en kunde werknemers hebben opgedaan sinds het behalen van een diploma. Dat geeft zicht op de kwaliteit van het voornaamste bedrijfskapitaal: het personeel.

Onderscheid EVP en EVC

Met een EVP toont een medewerker dat hij bepaalde competenties beheerst. Op die manier kan hij zijn algemene kennis en ervaring laten verzilveren. Een EVP-procedure kent in tegenstelling tot het EVC geen formele beoordeling aan het eind. Wel worden de resultaten vastgelegd in een ervaringsprofiel. Met dit document kan een werknemer aan een werkgever laten zien over welke kwaliteiten hij beschikt. Dit kan ook een opstap zijn voor een ervaringscertificaat. Het EVC – EVC staat voor een procedure voor ‘erkenning van verworven competenties’ – is een document waarin staat wat de werknemer kan en weet. Dit wordt afgezet tegen erkende landelijke standaarden, zoals die in het mbo, het hbo of een branche worden gehanteerd. Met een EVC is zo precies duidelijk op welk niveau een werknemer kan functioneren. 

Een EVC en EVP bieden de werkgever dus inzicht in de competenties die binnen de organisatie beschikbaar zijn. Door op deze manier de bekwaamheid van het personeel te meten, kan een werkgever bovendien zien of en welke kennislacunes er zijn.