Met een opleidingsplan komt de strategie tot leven

18-04-2019

Het opleidingsplan is een uitwerking van het strategische beleidsplan van een organisatie. In het opleidingsplan staat onder andere welke groepen werknemers worden opgeleid en welke opleidingsactiviteiten de werkgever gaat ondernemen. Hierbij geldt: hoe concreter, hoe beter.

Werkdoelen bepalen

Met een gericht opleidingsplan kan de werkgever de organisatie klaarstomen voor de toekomst. In het opleidingsplan staat namelijk aan welke kennis, ervaring en competenties de organisatie de komende periode gaat werken. Per groep werknemers worden de werkdoelen benoemd. Werkdoelen zijn concrete beschrijvingen van de beroepshandelingen of werkhouding die werknemers moeten aanleren. Als leidinggevenden bijvoorbeeld meer inzicht moeten krijgen in de productieketen, is het werkdoel bijvoorbeeld dat ze de komende maanden alle bedrijfsonderdelen of afdelingen gaan bezoeken, op grond van deze bezoekjes de productieketen in kaart brengen en vervolgens met elkaar evalueren.

Gebruik de SMART-methode

Werkdoelen worden concreter als ze zijn geformuleerd volgens de SMART-methode. Oftewel, als de doelen  Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdgebonden zijn. Is het hoofddoel van salesmedewerkers bijvoorbeeld dat ze diensten of producten moeten kunnen verkopen, dan is de bijbehorende competentie adviesvaardigheid. Om aan de competentie adviesvaardigheid te werken, kan de werkgever de volgende werkdoelen formuleren:

  • De werknemer stelt open vragen aan de klant.
  • De werknemer vertelt iets over zijn eigen ervaring aan de klant.
  • De werknemer luistert goed en reageert adequaat op (non-verbale) signalen van de klant.
  • De werknemer vat regelmatig samen wat hij van de klant te horen krijgt.

Als de opleidingswerkdoelen zijn beschreven, wordt het tijd om de opleidingsactiviteiten in kaart te brengen. Mogelijk zijn er binnen de organisatie werknemers die collega’s kunnen begeleiden of opleiden. Om te voorkomen dat dit een vrijblijvend karakter krijgt, brengt de werknemer zijn leerervaringen in kaart en bespreekt hij deze regelmatig met zijn leidinggevende.