Aandacht voor leercultuur zorgt voor een toekomstbestendige organisatie

24-01-2019

Het is belangrijk dat werknemers hun kennis op peil houden voor het werk dat ze nu doen, maar de werkgever moet ook oog hebben voor de langere termijn en voor de toekomstige inzet van personeel. Met andere woorden, hij moet zorgen voor een leercultuur gericht op het heden en de toekomst.

Factoren voor een gezonde leercultuur

Werknemers leren al veel op de werkvloer, maar dat is niet voldoende voor een organisatie om toekomstbestendig te blijven. De leercultuur moet ook een langetermijnplanning bevatten, die doorstroom van personeel mogelijk maakt. Daarbij is het belangrijk om zowel werkplekleren als (interne of externe) opleidingen aan te bieden. Er zijn drie factoren die bijdragen aan een gezonde leercultuur:

  1. Studiehouding: werknemers hebben een positieve houding ten opzichte van het leerproces. Ze zijn dus bereid om actief bij te leren als de omstandigheden daarom vragen.
  2. Impliciet leren: leren op de werkplek en leren door samen te werken, zijn verankerd in het organisatiebeleid.
  3. Expliciet leren: de werkgever plant, ontwikkelt en evalueert bewust een leeromgeving waarin werknemers in staat worden gesteld om actief en constructief kennis te vergaren.

Tijd en energie nodig

De drie genoemde factoren zijn nauw met elkaar verweven: als de werkgever geen opleidingsbeleid voor expliciet leren heeft, hangt de ontwikkeling van werknemers te zeer van toeval af. Is er geen goede voedingsbodem voor impliciet leren, dan verspeelt de werkgever een hoop potentieel, omdat hij dan niet optimaal gebruikmaakt van kennis en vaardigheden waarover werknemers al beschikken. En staan werknemers negatief tegenover leren, dan is elke investering in opleiden en ontwikkelen bij voorbaat zinloos. Het is dus zaak dat werkgevers tijd en energie in alle drie de factoren te steken.